Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal maken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hun koningen zullen de [25]haren over u te berge staan, als Ik [26]Mijn zwaard zal [27]zwaaien voor hun aangezichten; en zij zullen [28]elk ogenblik sidderen, een ieder voor zijn [29]ziel, ten dage uws vals. 25. Gelijk boven hfdst.27 vs.35. 26. Gelijk boven hfdst.30 vs.24. 27. Of, zwingen, u door mijn zwaard slaande en nedervellende als voor hunne ogen, hetwelk hun een groten schrik zal aanbrengen, gelijk volgt. 28. Hebreeuws, zullen in ogenblikken. 29. Dat is, leven, of persoon, voor zichzelven; vrezende dat het hen of hun leven ook gelden zal; zie Gen.19:17, en Gen.12:5.